We
worden dagelijks ondergedompeld in een bad van bewegende beelden. Het is een
evolutie die zich steeds verder doorzet en die doordringt in alle facetten van
het dagelijks leven: via de GPS vinden we de weg naar de cinema. Het digitaal
bord in de klas toont ons hoe rivieren een weg vinden in het landschap.
Kinderen tonen hun laatste gedownloade Flash-animaties op hun GSM-schermpjes,
we communiceren met Skype met familie aan de andere kant van de wereld, …
Hoe
verscheiden de verschillende media en hun toepassingen ook zijn, ze berusten
allemaal op een eeuwenoude optische illusie: de illusie van beweging.
Iedere film, ieder televisieprogramma, ieder computerspel bestaat uit een
reeks van afzonderlijke stilstaande beelden. Het lijkt alleen maar alsof er
beweging is, maar in werkelijkheid is dat niet zo: ieder afzonderlijk beeld
blijft gewoon zoals het was.
Onze ogen hebben
een zekere gezichtstraagheid of persistentie: de beelden die we zien blijven
nog gedurende een fractie van een seconde op het netvlies ‘hangen’. Door de
nawerking van de lichtindrukken op het netvlies maken onze hersenen één
vloeiende beweging. Film is dus eerder een optisch fenomeen dan een menselijke
uitvinding.
Flipboek, levende
foto’s, zakcinema, vingertopfilm alsook duimencinema. De laatste naam verklapt al de
helft van het ‘geheim’ van deze vorm van minicinema: je duim dient als ‘projector’
van je filmpje. De pagina’s van het kleine boekje flitsen voorbij aan een hoog
tempo door de druk van de duim en laten zo een overtuigende bewegingsillusie
zien.
De
duimencinema blijft tot op de dag van vandaag een bron van verwondering voor
kinderen, maar ook een fascinatie voor talloze kunstenaars, filmmakers,
tekenaars, reclamemakers en niet in het minst het algemene publiek. Het
flipboekje wordt met andere woorden steeds opnieuw uitgevonden. Je kan het ‘experiment’
ook gemakkelijk met kinderen uitvoeren in de klas.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten