Verdrietig werd ze van vijftien uniforme paddestoelen op de
vensterbank... de dood voor de creativiteit. Daarom schreef Annet Weterings
samen met Sabine Plamper het boek: 'Begrijpen met je handen'.
Ik heb dit boekje toevallig gevonden en in één ruk uitgelezen. Het is heel interessant en verhelderend. Er staan geen kant-en klare activiteiten in, maar het inspireert je wel om beeldopvoeding eens vanuit een andere hoek te bekijken:
'Als kinderen 'mooi tekenen' vinden we dat prachtig.
Maar de eerste jaren 'krassen ze alleen maar'. Veel volwassenen begrijpen niet
wat kinderen aan het doen zijn als ze krassen, smeren of eindeloze lijnen
trekken. Of waarom oudere kinderen vaak moeilijk te motiveren zijn om te gaan
tekenen of schilderen? Net zoals veel volwassenen trouwens.
Dit praktijkboek richt zich tot volwassenen die graag 'iets creatiefs willen
doen' met kinderen, maar duidelijk weg willen van kleurplaten en uniforme
knutselwerkjes. Die zich afvragen hoe je dat aanpakt zonder dat je het gevoel
hebt kinderen te moeten entertainen. De auteurs bieden eenvoudig en uitdagend
materiaal waarmee je zonder voorbeeld of thema direct met kinderen aan de slag
kunt gaan. Er zijn talloze voor de hand liggende en verrijkende mogelijkheden
die niet veel voorbereiding vragen en bovendien weinig kosten. Het enige dat je
ervoor nodig hebt, is een andere houding naar kinderen toe.
Met dit boek zetten de auteurs zich af tegen het traditionele themagerichte
knutselen, waarbij
een volwassene laat zien hoe het moet. Het toont vooral de essentie van
creëren: concentratie en zelfontdekkend leren. Met prachtige beelden en een
praktische tekst biedt dit boek thuis, op school en in kindercentra inspiratie,
visie en handvaten voor de begeleiding van creatieve processen, opdat kinderen
zich ontwikkelen tot creatieve, zelfstandige mensen.'
Onderzoeken is ervaren, is leren, is creativiteit!
Dit hoofdstuk gaat over het belang van sporen maken. Kinderen maken voortdurend al spelend sporen,
bewust of intuïtief. Door met nieuwe materialen te experimenteren en sporen te
maken, doen kinderen nieuwe ervaringen op. Zonder gericht te zijn op resultaten
laat je kinderen leren door uit te proberen, door sporen te maken. Daarbij
denken kinderen niet aan goed of fout, mooi of lelijk, het IS gewoon. Zo vermijd je dat kinderen
angst krijgen om iets te doen.
Er wordt in het boek aangeraden om af te stappen van een
thema, want hoe meer kinderen verplichte opdrachten moeten uitvoeren, hoe
minder tijd er over is voor spontane activiteiten. 'Kinderen hebben geen invulling nodig die door volwassenen is bedacht. '
Voor sommige mensen is werken zonder thema nieuw. Vaak wekt het idee
ongeloof, verbazing en vragen op. Kinderen en creativiteit worden vaak
geassocieerd met knutselen, kleurplaten, voorbedachte knipsels of
knutselwerkjes, … Omdat de voorbeelden afkomstig zijn van volwassenen komt de
fantasie en de ontwikkeling van de van de eigen beeldtaal van een kind zo
nauwelijks tot uiting. Voorbeelden van volwassenen zijn vaak weinig creatief.
Volwassenen hebben weliswaar meer ervaring en handigheid dan kinderen, maar ze
zijn tegelijkertijd vaak perfectionistisch en rationeel. Omdat ze kinderen
graag willen helpen doen ze dingen voor. Volwassenen gaan doorgaans doelgericht
te werk volgens het realistische tekenen of knutselen. Het resultaat is dat ze
bij kinderen te belerend overkomen. Als kinderen aan hun verwachtingen en hun
realistische wereldbeeld moeten voldoen is het resultaat of onbevredigend of
voor elk kind hetzelfde en dan lijken dus alle werkjes op elkaar.
Het begeleiden van creatieve
processen
Basishouding: iedereen kan met
kinderen creatief aan de slag.
Uitgangspunten: niet oordelen,
eenvoudig beginnen, niet te veel en te moeilijk materiaal, kleine groepjes,
regelmatig de gelegenheid geven om te tekenen, ...
Materiaalkeuze: in de eenvoud ligt
de kracht, veel van één soort: het is veel uitdagender en effectiever om van
één soort materiaal veel aan te bieden dan van veel materialen een klein
beetje.
'Ik heb voor alle kinderen een
tekenboek in de klas waar ze in mogen tekenen wat ze willen. Kinderen krijgen
geen enkele opmerking over die tekeningen. Na een tijdje kijken we wel terug
naar wat de kinderen bezig houdt.' (Hanneke Saaltink, Nicolaas Beetsschool,
Alkmaar)
Tekenen betekent met een lijn uit
wandelen gaan. (Paul Klee)
Oordeelvrij en deskundig
Het is van belang het niet te
hebben over goed of fout, zelfs niet over mooi of lelijk, hoe moeilijk dat in
de praktijk ook is.
“Ik heb de behoefte om allerlei
vragen te stellen, bijvoorbeeld: ‘Wat maak je?’ Maar juist door te zwijgen
kunnen kinderen hun eigen gang gaan en zelf dingen ontdekken. (Marit Rienstra,
Amsterdam)
Wat doe je als kinderen de vraag
stellen: ‘Dat kan ik niet, teken jij het voor?’ Teken dan niet voor, maar
ondersteun ze in wat ze willen kunnen. Komt er bijvoorbeeld een vraag over het
tekenen van een gezicht, ga dan samen kijken hoe een gezicht eruit ziet. Maak
kleine stapjes. Non-verbaal aanwijzen werkt ook goed.