Maandag in het vijfde leerjaar.
Een torenhoge stapel met 20 nieuwe schetsboeken.
De geur van verse boeken komt ons tegemoet.
Nog onbeschreven boeken.
Veertig glinsterende oogjes...
"Juffrouw.... wat gaan we daar mee doen? Voe wa is dadde? Is dat voor ons?"
Ik vertel de leerlingen dat ze voor proefkonijn mogen spelen. Ik vertel over de schetsboeken bij de kleutertjes. Over wat de bedoeling is. Dat de kinderen van het derde kleuter volgend jaar hun boek zullen meenemen naar het eerste leerjaar. En dan naar het tweede, enzoverder. Dat ik met hen wil uittesten wat we kunnen doen met oudere kinderen en een schetsboek. Ik toon het de voorbeeldjes uit de Freinetschool "De Harp".Ik vertel over vrije teksten.
De vingertjes beginnen te jeuken. Het enthousiasme is enorm en hartverwarmend.
Stiften en potloden konden niet vlug genoeg uit de boekentas gehaald worden.
Hun naam staat er op. In allerlei vormen en kleuren, de eigenheid van het kind wordt onmiddellijk tevoorschijn getoverd.
Gisteren mochten ze (zoals Arman graag deed) met letterstempels hun naam stempelen om de kaft te decoreren.
Van enkele kinderen staat het eerste tekstje er al in.
"Mag ik echt kiezen waarover ik schrijf? Moet het echt gebeurd zijn? "
Ik was ontroerd door het enthousiasme. Ik moest even slikken toen ik het meisje dat nooit spreekt zie schrijven, twee bladzijden vol. Toen wist ik: dit is het!
Nu volhouden. En even nadenken... Wat zal ik doen wanneer de inspiratie op is? En zal ik ook eens van een tekening vertrekken en dan een tekst laten schrijven?
|
"Voorbeeld uit Freinetbeweging, Werken met vrije teksten" |